De verhalen die ik schrijf zijn fictief. Zo ook het verhaal Zijn leven. Alleen is dit verhaal wel gebaseerd op iets wat in mijn leven gebeurd is. Daarover wil ik graag meer vertellen.
Ik weet niet meer precies hoe oud ik was, in elk geval ouder dan 15 jaar. Misschien 16 of 17. Op de basisschool had ik al een zwak voor jongens. Misschien ook niet zo gek, want ik was vanaf groep 4 het enige meisje in de groep. Gelukkig zaten er twee groepen in één klas, waardoor ik niet het enige meisje was in de klas. Het nadeel was wel, dat ik het ene jaar met allemaal oudere meisjes in een klas zat en het jaar erop met allemaal jongere meisjes. Mijn vriendinnen wisselden ook ieder jaar. Alleen die vier jongens met wie ik een groep vormde bleven ieder jaar bij elkaar. Misschien had ik daarom wel een zwak voor jongens. Eén van de jongens woonde bij mij in de straat en ik heb regelmatig met hem gespeeld. We hebben ook een tijdje verkering gehad. Verkering was iets wat veel voorkwam in mijn vriendengroep. Vooral in het jaar als ik met de jongere meisjes in de klas zat.
Ook op de middelbare school had ik oog voor jongens. En zo nu en dan had ik verkering. Dan met die en dan met een ander. In het begin was het onschuldig, een kusje op de wang, elkaar cadeautjes geven, hand in hand lopen. Maar naar mate ik ouder werd ging mijn verkering ook steeds verder. Tongzoenen, aanraken. En op den duur ook vrijen. Ik voelde me een echte huichelaar. Op zondag in de kerk, naar de jeugdvereniging, catechisatie en ik deed nog veel meer in de kerk. Maar aan de andere kant ging ik in mijn relaties soms veel te ver. In die periode heb ik soms echt het gevoel gehad dat ik een dubbel leven leidde.
Op een dag ging mijn verkering uit en daar was ik heel verdrietig om. Ik zocht troost maar wist niet waar ik dat vinden kon. Dus besloot ik naar iemand toe te gaan die mij misschien wel kon begrijpen. Helaas. Deze persoon gaf mij juist het gevoel dat ik nog slechter was dan dat ik me al voelde. Toen ik er wegging ben ik in een waas naar huis gefietst. Thuis rende ik naar zolder, naar mijn slaapkamer en viel op mijn bed neer. In mijn kussen schreeuwde en huilde ik het uit. Ik was helemaal overstuur en had het gevoel dat ik de meest slechtste persoon op aarde was. Mijn lichaam schokte van het huilen en schreeuwen. Alle onmacht kwam er uit.
Plotseling voelde ik een hand op mijn hoofd. De hand aaide over mijn hoofd en ik voelde hoe mijn lichaam rustig werd. Het deed mij denken aan mijn vader. Hij aaide altijd over mijn hoofd als ik als klein kind een nachtmerrie had gehad en niet meer kon slapen. Mijn lichaam werd rustig van de hand die mijn hoofd aaide. Mijn tranen hielden op en ik voelde een rust over mij heen komen. Langzaam tilde ik mijn hoofd op om te zien wie er over mijn hoofd had geaaid. Ik voelde de hand loslaten. Op het moment dat ik mijn ogen open deed, zag ik helemaal niemand. Toch ben ik er van overtuigd dat er iemand naast mij op mijn bed heeft gezeten en mij over mijn hoofd heeft geaaid om mij rustig te laten worden. Weet je wie ik denk dat het was?
Ik ben er van overtuigd dat het God was. Ik ben er van overtuigd dat God mij wilde laten weten, Ik ben je Vader. Ik ben bij je. Ik houd van je. En wat je ook doet, niets kan je scheiden van mijn liefde. Je bent niet slecht. Ik heb je gemaakt. Ik heb mijn Zoon gegeven voor jou. Zoveel houd Ik van je. Geloof in Mij. Geloof in mijn liefde. Geloof in mijn liefde voor jou.
Vanaf die dag geloof ik in Gods liefde. En dat niets mij kan scheiden van die liefde. Er zijn geen woorden voor die liefde. Die liefde betekent zoveel voor mijn leven. En ik hoop dat jij ook zult weten dat God die liefde ook voor jou heeft. Ik bid dat God jou mag aanraken met Zijn liefde. Mijn wens is dat jij die liefde mag ervaren.