Nog niet zolang geleden ben ik gedoopt en vooraf heb ik onderstaande getuigenis gegeven. Deze wil ik graag met je delen.
Een halfjaar geleden stond ik ook op dit podium met een witte jurk aan, want toen ben ik getrouwd met Sione. Toen mocht ik ook wat vertellen, maar toen was ik mijn briefje vergeten. Nu heb ik hem wel bij me. Op het plaatje hierboven zie je een vrouw die geknield ligt met haar gezicht naar boven gericht. Ik weet nog dat ik als klein meisje met mijn ouders mee naar de kerk ging. En tijdens een van de eerste keren dat ik in de kerk zat zei de voorganger: “ laat ik jullie voorgaan in gebed.” Iedereen boog zijn hoofd, vouwde zijn handen en deed zijn ogen dicht. En ik dacht bij mezelf waarom buigen jullie je hoofd en doen jullie je ogen dicht? God woont toch in de hemel? En de hemel is toch boven. Dus terwijl iedereen met zijn hoofd gebogen zat en zijn ogen dicht deed, hief ik mijn hoofd naar boven en met mijn ogen open zei ik tegen God: “Ik wil wel naar U kijken hoor, als ik met U praat.”
Toen ik ouder werd leerde ik en ben ik gaan beseffen dat wij het niet waard zijn om in Gods aanwezigheid te zijn. In de bijbel staat zelfs dat een mens niet kan blijven leven als hij God heeft gezien. Voor mij is dat altijd een strijd geweest. Aan de ene kant het verlangen om in Gods aanwezigheid te zijn en aan de andere kant de wetenschap dat ik het niet waard ben om bij God te zijn.
Ik ben als baby’tje gedoopt en heb ook belijdenis gedaan in de gereformeerde kerk en toch ontstond er in mij een verlangen om mij als volwassene te laten dopen. En ik dacht bij mezelf waarom? Ik ben toch al gedoopt? Ik heb toch al belijdenis gedaan? Dus waarom wil ik dan nog een keertje gedoopt worden? Daarom ben ik toen de leer van de kinderdoop en de volwassendoop gaan bekijken. En de teksten die daarin genoemd werden ben ik toen gaan opzoeken in de Naardense Bijbelvertaling, omdat ik weet dat die vertaling heel dicht bij de grondtekst ligt. Toen las ik in Romeinen 6:3-4 “Of is het u onbekend, dat wij allen die in Christus Jezus zijn gedompeld, in zijn dood gedompeld zijn? Dus zijn wij met hem begraven door de dompeling in de dood, opdat zoals ook Christus uit de doden is opgewekt, door de glorie van de Vader, zo ook wij in vernieuwing van leven zullen wandelen”. En terwijl ik dat las zag ik een beeld voor me dat wanneer ik gedompeld ben in het water, dat wanneer ik in het water lig, mijn huid er afspoelt, niet letterlijk natuurlijk, maar dat in plaats van mijn huid, Jezus daarvoor in de plaats komt. En dat we dus door Jezus wel met onze hoofd omhoog in de kerk kunnen zitten en in Gods aanwezigheid mogen zijn. Dat was voor mij de reden om mij te laten dopen door onderdompeling.