Kinderverhalen

Ruzie

Het is zaterdagochtend. Anna wordt wakker en hoort papa en mama beneden. Ze loopt naar de trap. Papa en mama lopen tegen elkaar te schreeuwen. Anna gaat terug naar haar kamer. Even later hoort ze de voordeur en gaat naar beneden. Papa is in de keuken. ‘Waar is mama?’, vraagt ze. ‘Naar haar werk’, antwoord papa. ‘Oke’, zegt Anna. ‘Nee, dat vind ik niet oke’, zegt papa boos, ‘in het weekend hoort mama thuis te zijn.’ Anna gaat bij de tafel zitten. ‘Mag ik straks met Lucas spelen?’, vraagt ze dan. ‘Die zag ik net weggaan’, antwoord papa. O, ja, dat was Anna even vergeten. Lucas zou vandaag naar het museum. ‘Kunnen wij straks ook naar het museum?’, vraagt Anna. ‘Ik zou wel willen’, antwoord papa, ‘maar ik moet nog een heleboel andere dingen doen. Ga jij maar even kleuren, dan kan ik even achter de computer.’ ‘Mag ik eerst wat eten?’, vraagt Anna. Papa kijkt haar aan. ‘Daarom moet mama ook thuis zijn’, zegt papa, ‘ik vergeet dat soort dingen.’

Als Anna haar broodje op heeft gaat ze met een vel papier en haar kleurpotloden naast papa zitten. Ze tekent papa, mama en zichzelf in een gebouw met heel veel schilderijen. ‘Kijk papa’, zegt ze wanneer ze klaar is, ‘ik heb jou en mama en mij getekend in het museum.’ Papa blijft naar de computer kijken. ‘Nu even niet, Anna, ik moet even goed nadenken’, antwoord papa. ‘Mag ik televisiekijken?’, vraagt ze dan. ‘Nu niet, Anna’, antwoord papa boos, ‘ik ben bezig.’ Anna loopt de keuken uit. Ze ziet haar fiets in de tuin. Ze trekt haar jas en laarzen aan en gaat door de achterdeur naar buiten om te fietsen. Na een tijdje kijkt ze door het raam. Papa zit nog steeds achter de computer. Zou Lucas al thuis zijn? Ze fietst langs het huis naar de voortuin. Het busje van Lucas staat niet op de oprit. Ze fietst voorbij Lucas huis. Dan fietst ze weer terug. Papa zit nog steeds achter de computer. Anna besluit nog een stukje verder te fietsen. Aan het eind van de straat ziet ze een speeltuintje. Ze besluit er heen te fietsen. Ze gaat de bocht om. Nog een klein stukje en dan is ze er.

Papa is ondertussen klaar achter de computer en zet hem uit. ‘Anna’, roept hij, maar Anna hoort hem niet. Papa kijkt in de woonkamer. Geen Anna. Hij roept naar boven. Geen antwoord. Misschien wil ze dat hij haar komt zoeken. Dus hij loopt de trap op, maar hij kan Anna nergens vinden. Hij loopt de tuin in. ‘Anna’, roept hij. Maar Anna hoort hem niet. Ze is in de speeltuin aan het glijden. Papa loopt naar de voortuin. Ook hij ziet dat het busje van Lucas nog niet terug is, dus Anna kan niet bij Lucas zijn. Hij heeft geen idee waar Anna kan zijn en besluit haar moeder op te bellen. Die wordt boos, maar besluit meteen naar huis te komen.

Terwijl Lucas naar huis rijd ziet hij Anna in de speeltuin. ‘Kijk mama’, wijst hij, ‘Anna is in de speeltuin. Mag ik ook?’ De mama van Lucas kijkt uit het raam. Ze vraagt de papa van Lucas de auto te stoppen. Ze stapt uit en loopt naar Anna. ‘Waar zijn papa en mama?’, vraagt ze aan Anna. ‘Mama is werken en papa zit achter de computer’, antwoord Anna. ‘En weet papa dat je hier bent?’, vraagt de mama van Lucas. Anna schudt haar hoofd. ‘Dan lijkt het me beter dat we even naar papa gaan’, antwoord de mama van Lucas. Anna pakt haar fiets en samen lopen ze naar de auto. De papa en mama van Lucas praten even en dan rijdt de papa van Lucas weg. De mama van Lucas loopt met Anna mee.

Als ze de hoek om komen zien ze de papa van Lucas met de papa en mama van Anna praten. Zodra die haar zien rennen ze naar haar toe. Mama tilt Anna op. ‘O, lieverd’, zegt ze, ‘je hebt ons zo laten schrikken.’ ‘Dat mag je nooit meer doen’, zegt papa boos. ‘Als jij op haar gelet had, wat het niet gebeurd’, antwoord mama. ‘Als jij thuis was geweest ook niet’, antwoord papa. Anna begint te huilen. ‘Geen ruzie maken’, snikt ze. Papa en mama kijken naar haar. ‘Sorry, lieverd’, zeggen ze. Dan gaan ze naar binnen om te lunchen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *