Kinderverhalen

De was

Het is woensdagmiddag. Anna is bij Lucas. Ze gaan mama helpen met de was. Anna helpt Lucas om zijn wasmand naar de wasmachine te brengen. Ondertussen haalt mama de andere wasmanden uit de slaapkamers. Dan moeten ze alle was sorteren. Alle lichte kleuren kleren bij elkaar en alle donkere kleuren kleren bij elkaar. En de handdoeken moeten weer apart. Samen stoppen Lucas en Anna alle kleren met lichte kleuren in de wasmachine. Mama stelt de wasmachine in en Anna mag het wasmiddel in het bakje doen. Lucas doet het bakje dicht. Dan moeten ze wachten tot de wasmachine klaar is. ‘Kom’, zegt mama, ‘dan lees ik jullie ondertussen een verhaal voor.’

Lucas en Anna kruipen op de bank en mama pakt de kinderbijbel. ‘Heel lang geleden hadden de mensen geen wasmachine’, begint mama. ‘De mensen wasten hun kleren in de rivier. De mama’s liepen met de mand met was naar de rivier. Ze deden de kleren 1 voor 1 in de rivier om het schoon te spoelen en liepen dan met de wasmand met natte kleren terug naar huis. Daar hingen ze het dan te drogen in de zon.’ ‘Was dat ver?’, vraagt Anna. ‘Soms wel’, antwoord mama. ‘Maar in die rivier wasten ze niet alleen hun kleren, maar ook zichzelf. Aan de kant van de rivier groeide veel riet en daar tussen kon je heel makkelijk een bad nemen. Niemand kon je zien.’ ‘Hadden ze thuis dan geen bad?’, vraagt Lucas. ‘Nee’, antwoord mama, ‘in die tijd hadden ze dat niet. In Egypte woonden toen 2 volken. Het volk van God en het volk van de Egyptenaren. De Egyptische koning was bang voor het volk van God, want hij zag dat ze veel baby’s kregen. Daarom besloot die koning dat alle baby jongetjes moesten worden gedood. Baby meisjes mochten wel blijven leven. Er was een mevrouw die een baby jongetje kreeg, maar ze wilde dat hij bleef leven en daarom verstopte ze hem in huis. Toen de baby ouder werd kon dat niet meer.’ ‘Waarom niet?’, vraagt Anna. ‘Ik denk omdat hele kleine baby’tjes veel slapen, maar als die wat ouder worden beginnen ze meer geluidjes te maken’, antwoord mama. ‘Omdat de mama bang was dat haar baby jongetje gevonden zou worden, pakte ze een wasmand en maakte die waterdicht. Ze legde er een dekentje in en het baby jongetje. Toen ging ze naar de rivier en legde het mandje met de baby op het water. De dochter van de Egyptische koning was op dat moment net een bad aan het nemen en hoorde het baby jongetje huilen. Ze keek door het riet en zag het mandje drijven. Ze pakte het mandje en zag dat het een baby jongetje was van het volk van God, maar ze vond de baby zo lief en dus besloot ze om het kindje zelf te houden. Zodat haar vader het jongetje niet zou doden. Ze noemde het jongetje Mozes. Mozes groeide op in het paleis en toen hij ouder was leerde hij lezen en schrijven. De mensen van het volk van God konden dat niet, maar Mozes wel omdat hij in het paleis opgroeide. Mozes wist wel dat hij eigenlijk bij het volk van God hoorde en daarom besloot hij om alle verhalen over het volk van God op te schrijven. En doordat hij die verhalen heeft opgeschreven kunnen wij ze nu lezen.’ ‘Maar waarom dan?’, vraagt Lucas, ‘die verhalen zijn toch al van lang geleden.’ Mama lacht. ‘Dat klopt, maar door het lezen van die verhalen kunnen we zien hoe God altijd voor Zijn volk gezorgt heeft. Eigenlijk heeft God ervoor gezorgd dat Mozes in het paleis terecht kwam, zodat hij zou leren lezen en schrijven en alle verhalen zou kunnen opschrijven. Maar Mozes krijgt later ook nog een andere belangrijke taak’, zegt mama. ‘Ga je dat nu voorlezen?’, vraagt Lucas. ‘Nee’, antwoord mama, volgens mij is de wasmachine klaar. Helpen jullie mee de was op te hangen?’

Lucas en Anna rennen naar boven. Mama ruimt de kinderbijbel op en komt ook naar boven. Anna haalt de kleren 1 voor 1 uit de wasmachine en Lucas geeft mama de knijpers aan zodat mama de kleren kan ophangen. Daarna gaan ze bij de tafel zitten kleuren.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *