Lucas en Anna zijn op school. Ze mogen een ei van karton versieren met verf, knopen en ander knutselmateriaal. Lucas verft zijn ei blauw en plakt er stickers op. Anna maakt allemaal vakjes op haar ei en geeft elk vakje een andere kleur. Daarna plakt ze in het ene vakje knoopjes, in een ander vakje stickertjes en sommige vakjes laat ze leeg. Die hebben alleen een kleur. De juf klapt in haar handen. Dat betekent dat ze moeten luisteren naar wat je de juf te zeggen heeft. De juf zegt dat ze moeten opruimen. Lucas brengt de verfkwasten naar de wasbak en Anna zet alle knutselmaterialen terug in de knutselkast. Een ander kindje zet de verfpotten terug en zo helpt iedereen mee en is het zo klaar. Dan pakt ieder kind zijn eigen stoeltje en maken ze een kring. De schooldag is bijna afgelopen. ‘Morgen is het paasvakantie’, verteld de juf, ‘jullie hebben vijf dagen vrij en ik zie jullie dinsdag weer.’ Dan vouwt iedereen zijn handen en spreekt juf een gebed uit. Na het amen pakt iedereen zijn jas en tas en maken ze een rij. Samen met juf lopen ze naar buiten. Lucas en Anna rennen naar hun mama’s die staan te wachten. Samen lopen ze naar huis. Als ze bij Anna’s huis komen vraagt de mama van Anna of Lucas de volgende dag komt spelen. Dat wil Lucas wel. De mama’s spreken een tijd af en dan loopt Lucas met zijn moeder mee naar zijn eigen huis.
De volgende dag wil Lucas op de afgesproken tijd door het poortje in de schutting naar Anna toe gaan, maar dat lukt niet. Hij krijgt het poortje niet open. Na 3x proberen rent hij het huis in. ‘Mama de poort zit dicht. Wil Anna niet spelen of hebben haar ouders weer ruzie?’ Mama gaat op haar hurken zitten en kijkt Lucas aan. ‘De poort zit dicht omdat er iets in de tuin is wat je niet mag zien. Kom dan gaan we door de voordeur.’ Samen met mama loopt Lucas naar de voordeur van Anna’s huis. Mama belt aan en even later doet de mama van Anna de deur open. ‘Ah, Lucas, kom binnen’, zegt ze vriendelijk. Lucas gaat naar de woonkamer en ziet dat de gordijnen dicht zijn. ‘Waarom zit het gordijn dicht?’, vraagt hij, ‘het is allang licht.’ Anna haalt haar schouders op. ‘Dat is een verrassing zei papa’, antwoord ze. Lucas en Anna gaan naar de keuken. ‘Wanneer krijgen we de verrassing?’, vraagt Anna aan papa. Mama komt ook net de keuken ingelopen. ‘Zometeen’, antwoord ze. Ze pakt twee mandjes uit de kast. ‘Deze mogen jullie eerst versieren’, zegt ze. Anna haalt de knutselspullen uit de kast en papa gaat naar de achtertuin.
Als de mandjes klaar zijn en papa weer binnen is zegt mama dat het tijd is om naar de achtertuin te gaan. Lucas en Anna zijn zo nieuwsgierig en rennen naar buiten. Maar er is helemaal niets te zien. Mama heeft de mandjes meegenomen. ‘Papa heeft net paaseieren verstopt in de tuin’, zegt mama, ‘en jullie mogen die gaan zoeken.’ Ze geeft de mandjes aan Lucas en Anna. ‘Jippie’, roepen ze in koor. Lucas vindt een eitje bij de glijbaan en Anna één bij haar fiets. Ze vinden er een heleboel. Lucas kijkt bij het poortje. ‘Kom eens’, roept hij naar Anna. Anna komt naar hem toe. ‘Wauw’, zegt ze als ze ziet wat Lucas gevonden heeft. Bij het poortje staan een papa en mama paashaas. Ze pakken er allebei één en gaan dan naar de veranda waar papa en mama zitten te koffiedrinken. ‘Hoeveel hebben jullie er gevonden?’, vraagt papa. Met wat hulp tellen ze de eitjes. Het zijn er 47. ‘Dan moeten er nog 3 in de tuin liggen’, zegt papa. Met wat hulp van papa vinden ze er nog twee, maar zelfs papa weet niet waar die andere nog kan liggen. Lucas en Anna krijgen een beker limonade en mogen van hun paaseitjes snoepen. De rest blijft in het mandje en wordt bewaard. Net als de chocolade paashaas.