Zoals jullie weten zijn Lucas en Anna dol op buiten spelen. Lekker fietsen, van de glijbaan gaan, zandtaartjes maken in de zandbak. Lucas en Anna houden van buiten spelen, maar vandaag kan dat niet, want het regent.
Eerst hebben Lucas en Anna een tijdje met de blokken gespeeld. Daarna hebben ze een mooie kleurplaat gekleurd en toen kregen ze een koekje en wat limonade. Maar nu vervelen Lucas en Anna zich. ‘Waarom moet het regenen?’, zucht Lucas. ‘Ik hou niet van regen’, moppert Anna, ‘ik wou dat het nooit meer zal regenen.’ ‘O, nee’, antwoord mama verschrikt, ‘als er geen regen valt kunnen de plantjes niet groeien. Weet je nog toen het zo warm was buiten? Toen hebben we de plantjes zelf water gegeven met een gieter.’ ‘Ja’, zegt Lucas, ‘toen konden we ook al niet buiten spelen.’ ‘Nou, nou’, zegt mama, ‘weet je wat? Ik hang even de was op en dan lees ik daarna een verhaaltje voor.’ ‘Jippie’, roepen Lucas en Anna tegelijk. Ze lopen naar de kast om alvast een boekje uit te zoeken.
Als mama weer beneden komt, zitten Lucas en Anna al klaar. Ze hebben het boekje over Noach uitgezocht. Mama begint met voorlezen. ‘Lang geleden leefde er een man die Noach heette. God zei tegen Noach dat hij een boot moest bouwen, want het zou heel lang gaan regenen en er zou een grote overstroming komen. Maar God wilde Noach, zijn vrouw en kinderen en de dieren redden. Daarom moest Noach een grote boot bouwen.’ ‘Dat was de ark, toch mama’, vraagt Lucas. ‘Ja’, antwoord mama, ‘die boot noemen we de ark. De ark van Noach. Toen de ark klaar was, kwamen alle dieren naar de ark. Van elk soort, twee dieren. Een mannetje en een vrouwtje. En al die dieren gingen in de ark. Ook Noach en zijn vrouw en kinderen gingen in de ark. Toen deed God de deur dicht en begon het te regenen. Het regende 40 dagen en 40 nachten.’ ‘Zo, dat is veel’, zegt Anna. ‘Ja dat was heel lang’, antwoord mama. ‘Door alle regen was de hele aarde bedekt met water en was er geen land meer te zien. Maar God was Noach en de dieren niet vergeten. Hij liet de aarde opdrogen, zodat er weer land tevoorschijn kwam. De ark bleef vastzitten op een berg en toen konden Noach, zijn vrouw en kinderen en de dieren de ark weer verlaten. God zei tegen Noach ik zal het nooit meer zo lang laten regenen. Dat beloof ik. Daarom zet ik een regenboog in de wolken, zodat Ik niet vergeet dat Ik dat beloofd heb.’
Anna zuchtte, gelukkig liep het goed af. Ze vind het altijd zo fijn als de mama van Lucas een verhaal voorleest. ‘Kijk’, zegt mama, ‘het regent niet meer. Als jullie je laarzen aan doen kunnen jullie nog even naar buiten, voor Anna weer naar huis moet.’ Lucas en Anna rennen naar de gang om hun laarzen en jassen aan te doen. Buiten liggen dikke plassen op de stoep. Lucas en Anna springen van plas naar plas en hebben de grootste lol.