Vorige week vertelde ik over de geboorte van angst in mijn leven en dat angst het gevecht is aangegaan met mijn geloof. En op sommige terreinen van mijn leven is mijn geloof zo groot dat angst er niet eens durft te komen. Er zijn ook terreinen waar angst de baas is. Zoals bij lange autoritten.
Met Pasen besloten we een nachtje in een hotel bij het strand te gaan slapen. Een lange autoreis van west naar oost Nederland. Sione reed en ik zat er naast. Bewust, want ik durf geen lange autoritten zelf te rijden. Al hoewel ik deze keer juist door er naast te zitten een heel gevecht met angst aan het voeren was. Stel dat de auto voor ons een fout maakt en we een ongeluk krijgen? Of dat de auto achter ons te laat ziet dat wij uitwijken, of remmen? Of dat er iets mis is met de auto?
En terwijl angst mij de meest verschrikkelijke beelden liet zien, ben ik Gods waarheden aan het proclameren. Hij houdt van mij, Hij zorgt voor mij, Hij beschermt mij. Maar het blijft een touwtrek wedstrijd. Dan werd ik weer wat rustiger en even later weer angstiger. Als we dan aangekomen zijn op de bestemming, dan is de angst weer weg, maar denk ik wel waar is mijn vertrouwen op God van 13 jaar geleden gebleven.
Ook Corona wordt door angst gebruikt, om mij beelden te geven van de meest verschrikkelijke dingen die mij kunnen overkomen als ik Corona krijg. Van de beelden word ik bang en ga ik de meest erge dingen denken. Ik ontwijk daarom zoveel mogelijk het nieuws. Maar of dat nou de manier is.
Dus ging ik naar God en zei: ‘Papa, waar is mijn vertrouwen in U, dat U onmogelijke dingen kunt doen. Misschien was het heel fantasierijk dat U de kinderen krachten geeft om die sleutel te kunnen pakken, maar het is toch geloven als een kind? Waar is mijn geloof van toen?’
Misschien herken je je in mijn angsten, misschien heb je andere angsten, maar herken je het gevecht. Volgende week ga ik verder met het antwoord van God.
Lieve groetjes,
Bianca