Ik vroeg aan God: ‘Hoe kan het dat op sommige terreinen van mijn leven, mijn vertrouwen op U zo groot is, maar dat op andere terreinen angst de baas is? Waar is mijn geloof van vroeger?’
God gaf mij het verhaal van Jozef. Jozef kreeg een droom waarin hij zag dat zijn ouders en broers op een dag voor hem zouden buigen. Maar Jozef werd door zijn broers overmeesterd, gevangen gehouden en verkocht. Hij belandde in Egypte, moest hard werken bij Potifar, werd vals beschuldigd door diens vrouw en belandde in de gevangenis. En ondanks alles bleef hij vertrouwen op God. En God zegende hem.
En ik zei tegen God: ‘Er is wel een verschil. Dit alles overkwam Jozef door de keuzes die anderen maakten. Alles wat mij overkomt, komt door keuzes die ik maak. Ik durf gewoon geen keuzes, meer te maken, uit angst dat ik verkeerd kies.’ Toen vroeg God: ‘Denk jij dat Ik in staat ben jou een verkeerde keuze te laten maken, zonder dat je daar negatieve gevolgen van hebt.’ Ik antwoordde zonder aarzelen: ‘Ja, dat kunt U.’
Op dat moment gaf Hij mij een beeld van 2 kinderen die met auto’s aan het spelen zijn. Ze laten de auto’s kriskras over het speelkleed rijden, er is helemaal geen sprake van verkeersregels. Toch botst er geen een op een ander. En God vroeg: ‘Geloof jij dat Ik jouw auto zo in Mijn hand kan houden, dat Ik het om alle chaos heen kan leiden, zonder dat je iets overkomt?’ En met dat beeld in mijn hoofd antwoordde ik: ‘Natuurlijk kunt U dat?’
Op dat moment verloor angst. Want God gaf mij een beeld dat ik zou kunnen oproepen als angst mij weer angstige beelden geeft tijdens het autorijden. Ik voelde het vertrouwen terug komen. Toch waagde ik het te vragen: ‘Maar U kunt het toch toestaan dat ik een ongeluk krijg?’ En God antwoordde: ‘Waarom zou Ik dat doen?’ En terwijl ik wilde antwoorden, om mij een lesje te leren, besefte ik dat angst mij dat probeerde te laten geloven. Het was alsof God glimlachte en zei: ‘Ik houd van jou.’
Toch was er nog 1 vraag: ‘Wat nou als ik weer mijn vertrouwen in U verlies?’ Ik voelde me net Abraham. En God vroeg: ‘Geloof jij dat Ik altijd in staat ben om je vertrouwen in Mij terug te geven?’ Ik twijfelde, zou Hij dat kunnen? Maar God zei: ‘Ik ben altijd in staat om jouw je vertrouwen in Mij terug te geven, want jij hebt er voor gekozen om altijd in Mij te geloven!’ En met tranen in mijn ogen antwoordde ik: ‘Ik heb ervoor gekozen om altijd in U te geloven, omdat U er voor gekozen heeft om altijd bij mij te zijn.’
Volgende week sluit ik deze serie af.
Lieve groetjes,
Bianca